Elke organisatie is verplicht om voor de 28e van elke maand voorschotten van inkomstenbelasting te betalen. Dit alles dient vermeld te worden in de aangiften over de rapportageperiode in regel 210. In deze paragraaf wordt het bedrag aan voorschotten vermeld van de laatste maand en het bedrag van de maandelijkse voorschotten.
Het is nodig
- - het bedrag van de betalingen voor elk kwartaal van de verslagperiode;
- - declaratie formulier.
instructies:
Stap 1
Bereken het bedrag van het voorschot, rekening houdend met het winst- en belastingtarief waarover belasting wordt geheven. Het wordt verkregen door totalen op te bouwen vanaf het begin van het belastingtijdvak tot het einde van de verslagperiode.
Stap 2
Bereken het maandelijkse voorschot voor het eerste kwartaal van de rapportageperiode door het maandelijkse voorschot dat verschuldigd is in het eerste kwartaal van de huidige rapportageperiode bij elkaar op te tellen, gelijk aan de maandelijkse voorschotten in het laatste kwartaal van de vorige rapportageperiode.
Stap 3
Bereken het maandelijkse voorschot voor het tweede kwartaal van de verslagperiode. Het is gelijk aan een derde van het bedrag van het voorschot voor het eerste kwartaal van de verslagperiode.
Stap 4
Bereken het maandelijkse voorschot voor het vierde kwartaal van de verslagperiode. Het is gelijk aan het derde deel van het verschil in de bedragen van de voorschotten voor de eerste helft van het jaar en voor het eerste kwartaal.
Stap 5
Bereken het maandelijkse voorschot voor het vierde kwartaal van de verslagperiode. Het is gelijk aan het derde deel van het verschil tussen het bedrag van het voorschot voor 9 maanden en het bedrag van het voorschot voor de zes maanden.
Stap 6
Vul op regel 210 van uw aangifte inkomstenbelasting de som in van alle maandlasten voor de vier kwartalen.