De voedingsindustrie is een van de belangrijkste industrieën, zowel in ons land als over de hele wereld. Het is gericht op het maken van voedingsproducten van bepaalde grondstoffen. Het vormt ook de supermarktmarkt.
Focus op grondstoffen:
De voedingsindustrie bestrijkt vele gebieden. De belangrijkste industrieën zijn zuivel, vlees, bakkerij, alcohol, olie en vet, vis en andere.
De winstgevendheid van een onderneming wordt grotendeels bepaald door twee hoofdindicatoren: de nabijheid van de grondstofbasis en de vraag van de consument.
In het eerste geval wordt gesuggereerd dat hoe dichter de grondstoffen bij elkaar staan, hoe winstgevender deze productie wordt. Alle voedingsproducten zijn gemaakt van grondstoffen: graan, vlees, vis, melk. Transportkosten, levertijd en daarmee het tempo van de onderneming zijn afhankelijk van hun locatie.
Afhankelijk van de grondstofbasis zijn er verschillende takken van de voedingsindustrie. De eerste categorie omvat die welke zich bij de bron van grondstoffen moeten bevinden. Allereerst zijn dit materiaalintensieve ondernemingen, waarbij de hoeveelheid afgewerkte producten meerdere malen kleiner is dan die van grondstoffen.
De tweede groep omvat industrieën die aangetrokken worden tot de plaats van directe verkoop, dat wil zeggen aan de consument. In de eerste plaats zijn dit bedrijven die bederfelijke levensmiddelen produceren.
De derde categorie wordt gekenmerkt door het feit dat ondernemingen in de eerste productiefase dicht bij grondstoffen staan, en in de tweede - bij de consument.
Ook de locatiefactor zoals energiebronnen is van groot belang. Ze moeten altijd in de buurt zijn, anders is zo'n bedrijf niet winstgevend.
Klantgerichtheid:
In die gevallen waarin producten met korte verkooptijden worden geproduceerd (vlees, zoetwaren, zuivel) is de nabijheid van de consumentenmarkt van groot belang. Het is onpraktisch om dergelijke voedselproducten naar andere regio's te vervoeren, het is economisch onrendabel en daarom moeten ze lokaal worden verkocht via de dichtstbijzijnde verkooppunten. Centra voor de productie van vers vlees en worst bevinden zich bijvoorbeeld heel vaak bij verkooppunten.
Ondanks dit alles bevindt elke onderneming zich binnen een straal van menselijke bereikbaarheid. Dit vergemakkelijkt het transport van het eindproduct naar de consument aanzienlijk.
Er is een constante vraag naar voedselproducten, dus de verkoop en levering ervan is in de meeste gevallen niet moeilijk. En de voedselhandel is een zeer winstgevende onderneming die geen grote financiële investeringen vereist.