Het netto werkkapitaal is de belangrijkste indicator van de prestaties van een onderneming, die nodig is om de financiële stabiliteit te bepalen. De optimale hoeveelheid netto werkkapitaal hangt af van de behoeften van elke onderneming en de omvang van de activiteiten, evenals van de omzetperiode van debiteuren, voorraden, voorwaarden voor het verkrijgen van leningen en leningen.
instructies:
Stap 1
In algemene termen, netto werkkapitaal of netto werkkapitaal, kunt u definiëren als het verschil tussen de vlottende activa van de onderneming en de kortlopende schulden (kortlopend vreemd vermogen).
Stap 2
Er moet aan worden herinnerd dat het overschot van het netto werkkapitaal boven de optimale behoefte een bewijs is van inefficiënt gebruik van middelen in de onderneming. Het gebrek aan netto werkkapitaal wijst op het onvermogen van de onderneming om tijdig aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen, wat tot faillissement kan leiden.
Stap 3
Vanuit het oogpunt van traditionele terminologie is het netto werkkapitaal niets meer dan het eigen werkkapitaal, dat wordt berekend als het verschil tussen de vlottende activa en de kortlopende verplichtingen van de onderneming.
Stap 4
Houd er rekening mee dat de kapitaalomzetratio nauw verband houdt met het concept van netto werkkapitaal. Het wordt berekend als de verhouding tussen de netto-omzet en het netto werkkapitaal. Deze ratio laat zien hoe efficiënt het bedrijf omgaat met investeringen in werkkapitaal en hoe dit de waarde van de omzet beïnvloedt. Hoe hoger de waarde van de kapitaalomzetratio, hoe efficiënter het bedrijf deze gebruikt.
Stap 5
U dient zich ervan bewust te zijn dat in de internationale praktijk de term "werkkapitaal" wordt gebruikt in plaats van netto werkkapitaal. Het wordt berekend als het verschil tussen vlottende activa en operationele (kortlopende en langlopende) verplichtingen. Tegelijkertijd worden onder operationele verplichtingen verstaan ondernemingen die zijn ontstaan in verband met haar productieactiviteiten.
Stap 6
Kortlopende schulden omvatten schulden met een looptijd van niet meer dan 1 jaar: dividenden, te betalen rekeningen, belastingen, kortlopende leningen, enz. Langlopende schulden moeten worden begrepen als schulden met een looptijd van meer dan 1 jaar: langlopende huurcontracten, leningen, rekeningen die dit jaar niet betaald hoeven te worden, enz.