In de economische theorie is een multiplicator een categorie die wordt gebruikt om relaties te definiëren en te karakteriseren waarbij er een multiplicatoreffect is. Wereldberoemd econoom J. M. Keynes, de auteur van de macro-economische theorie, noemde de multiplier een coëfficiënt die de afhankelijkheid van veranderingen in inkomen van veranderingen in investeringen kenmerkt.
instructies:
Stap 1
Volgens de theorie van Keynes brengt elke stijging van de investeringen een multiplicatief proces op gang, dat zich uit in een stijging van het nationaal inkomen met een groter bedrag dan de initiële investeringsgroei. Keynes noemde dit effect het vermenigvuldigingseffect. k (multiplicator) = inkomensgroei / investeringsgroei. De sterkte van het multiplicatoreffect hangt af van de marginale neiging tot sparen en consumeren. Als de waarden van deze indicatoren relatief constant zijn, zal het niet moeilijk zijn om de vermenigvuldiger te bepalen.
Stap 2
Om de vermenigvuldiger te berekenen, neem aan dat:
ik - investeringen; C - verbruik; Y is het nationaal inkomen; MPS is de marginale neiging om te sparen en MPC is de marginale neiging om te consumeren.
Stap 3
Aangezien Y = C + I, zal de toename van het inkomen (Y) respectievelijk gelijk zijn aan de som van de toename van de consumptie (C) en de toename van de investeringen (I).
Stap 4
Volgens de formule van de marginale consumptieneiging: MPC = C / Y, krijgen we: C = Y * MPC.
Vervang deze uitdrukking in de bovenstaande vergelijking (Y = C + I).
We krijgen: Y = Y * MPC + I.
Daarom: Y * (1 - MPC) = I.
Stap 5
Verder: een stijging van het inkomen Y = (1/1 - MPS) * een stijging van de investering I, maar aangezien k = een stijging van Y / een stijging van I, dus een stijging van Y = k * een stijging van I. Dit betekent dat k = 1/1 - MPS = 1 / MPS, waarbij k de investeringsmultiplicator is.
Stap 6
De investeringsvermenigvuldiger is dus het omgekeerde van de marginale spaarneiging. De vermenigvuldiger werkt zowel voorwaarts als achterwaarts.