De balans is een van de belangrijkste vormen van boekhouding. Het bevat informatie over alle activa en passiva van het bedrijf, geeft de financiële toestand van de organisatie weer en geeft een beoordeling van alle activiteiten. Dit rapport wordt ingevuld op uniform formulier nr. 1, dat twee secties in tabelvorm heeft: actief en passief. Het saldo wordt aan het begin en het einde van de verslagperiode aangevuld.
instructies:
Stap 1
U kunt het saldo zowel elektronisch als handmatig invullen. Bepaal eerst over welk belastingtijdvak u gegevens moet verstrekken. In de regel worden jaarrekeningen 4 keer per jaar ingediend - gedurende drie maanden, zes maanden, negen en een jaar.
Stap 2
Vul de kleine tabel rechts in. Dateer het rapport. Vermeld OKPO (u kunt dit zien in de brief van de statistische autoriteiten), TIN (deze informatie staat vermeld op het kentekenbewijs), OKVED (zie het uittreksel uit het Unified State Register of Legal Entities).
Stap 3
Vermeld de datum waarop het saldo wordt berekend. Huurt u voor een kwartaal, geef dan de laatste dag van de maand aan. Schrijf in de onderstaande regel de naam van de organisatie, het is mogelijk niet volledig, bijvoorbeeld LLC "Vostok". Vermeld vervolgens het FIN, type activiteit (code) en rechtsvorm, bijvoorbeeld "LLC".
Stap 4
Onderstreep de maateenheid waarin de balansbedragen worden weergegeven. Schrijf hieronder het feitelijke adres van de vestigingsplaats van de organisatie.
Stap 5
Ga verder met het invullen van het eerste deel. Geef op regel 110 het bedrag aan van alle immateriële activa die beschikbaar zijn in de organisatie (u kunt het zien op de afschrijving van rekening 04). Immateriële activa omvatten die goederen die geen tastbare vorm hebben (bijvoorbeeld computerprogramma's).
Stap 6
Geef het bedrag aan vaste activa aan (u ziet het op rekening 01). Vaste activa zijn die items met een gebruiksduur van meer dan 12 maanden (bijvoorbeeld gebouw, apparatuur).
Stap 7
Geef vervolgens aan hoeveel bouwwerkzaamheden in uitvoering zijn. Om dit te doen, telt u het bedrag op de afschrijving van rekeningen 07 en 08 op en trekt u het bedrag van de opgebouwde afschrijvingen af voor objecten die niet door de staatsregistratie zijn gekomen. Ook wordt de omzet op rekening 08.8 van het bedrag afgetrokken.
Stap 8
Geef in de onderstaande regel winstgevende investeringen in materiële activa aan (u kunt deze informatie krijgen door de rekening 03-kaart te openen). Om regel 140 in te vullen, opent u de kaart van rekeningen 58 en 59. Trek 59 af van de debetomzet van rekening 58.
Stap 9
Geef op regel 145 het bedrag van de uitgestelde belastingvorderingen aan (bekijk het op de afschrijving van rekening 09). Schrijf vervolgens de som van alle vaste activa die niet in de vorige regels waren opgenomen, bijvoorbeeld R&D, uitgaven voor de ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen.
Stap 10
Vul rubriek 2 in. Hier dient u de hoeveelheid voorraden aan te geven en deze uit te splitsen in categorieën: grondstoffen (saldi op debet van rekening 10), onderhanden werk (saldi op debet 20 en 44), gereed product en goederen voor wederverkoop (saldo op debet van rekening 41 en 43).
Stap 11
Geef het bedrag aan btw op de gekochte waarden aan, maak hiervoor een kaart aan voor rekening 19. Geef op regel 230 het bedrag aan langlopende vorderingen aan en op regel 240 - kortlopend.
Stap 12
Vul regel 250 in als u voor een korte periode geld heeft belegd, bijvoorbeeld een deposito bij de bank hebt geopend. Geef vervolgens het bedrag aan dat beschikbaar is voor de organisatie. Tel hiervoor het debetsaldo van rekening 50 en 51 bij elkaar op. Vat hieronder samen.
Stap 13
Ga verder met het invullen van het tabelgedeelte, waar de verplichtingen van de organisatie zijn aangegeven. Vermeld op regel 410 het bedrag van het toegestaan kapitaal (zie het op het tegoed van rekening 80). Schrijf op de regel hieronder het bedrag van het eigen vermogen (rekening 81 krediet), bijkomend kapitaal (rekening 83), reservekapitaal (rekening 82). Vermeld op regel 470 het bedrag van de ingehouden winst of verlies (rekening 84). Samenvatten.
Stap 14
Vul Sectie 4, Langlopende verplichtingen in. Hiervoor heeft u rekeningkaarten 67, 77 nodig. Vat hieronder samen.
Stap 15
Vul vervolgens de rubriek "Kortlopende schulden" in. Maak hiervoor rekeningkaarten 66, 60, 70, 68, 69, 62 aan. Om het bedrag van de uitgestelde inkomsten en reserves voor toekomstige uitgaven aan te geven, opent u rekening 98 en 96. Geef op regel 660 andere kortlopende schulden aan. Samenvatten. Vul het volgende gedeelte in op basis van het tegoed buiten de balanstelling.