Boekingen zijn een fundamenteel onderdeel van de boekhouding. Ze weerspiegelen de financiële en economische activiteiten van de onderneming voor de verslagperiode en tonen de beweging van geldmiddelen, activa en vaste activa van de onderneming. Op basis van de boekingen worden jaarrekeningen opgemaakt en wordt het saldo bepaald.
instructies:
Stap 1
Bestudeer het rekeningschema, dat de belangrijkste activiteiten van elke onderneming weergeeft. De nieuwste versie van dit document is goedgekeurd in opdracht van het Ministerie van Financiën van de Russische Federatie nr. 157 van 1 december 2010. Ook moet elke accountant een gereglementeerde instructie voor het gebruik van boekhoudrekeningen bij zich hebben, die de belangrijkste bepalingen en doeleinden van de operaties aangeeft.
Stap 2
Analyseer de transactie waarvoor u in de boekhouding wilt boeken. Bepaal welke accounts het kenmerken. U neemt bijvoorbeeld geld op van een betaalrekening en stopt geld in de kassa. In dit geval worden rekening 50 "Kassier" en rekening 51 "Huidige rekeningen" gebruikt. Opgemerkt moet worden dat u op internet veel sites kunt vinden waarop typische transacties worden geplaatst. Dit maakt uw werk gemakkelijker, omdat u de operatie niet zelf hoeft te analyseren.
Stap 3
Definieer het debet en het credit van de transactie. Deze kerncijfers tonen de kosten en inkomsten voor elke zijde van de transactie. Voor actieve rekeningen toont krediet een daling, en debet - een stijging, voor passieve rekeningen, vice versa. In dit voorbeeld staat de lopende rekening op krediet en de kassa in debet.
Stap 4
Voer de transactie uit op de boekhoudafdeling. Het moet zonder meer worden bevestigd door primaire documentatie: een betalingsopdracht, een factuur, een uitgevoerde handeling of een ander document dat het bedrag en het doel van de operatie weergeeft. Als u bijvoorbeeld geld opneemt van een zichtrekening, moet u een uittreksel en een bankcheque ontvangen, en het storten van geld bij de kassier gebeurt via een kassabonopdracht.
Stap 5
Boek de boeking in de boekhouding. Hiervoor wordt een boeking gemaakt, die bestaat uit het rekeningnummer en de aard van de transactie. In het geval van het beschouwde voorbeeld ziet de boeking er als volgt uit: DT 50 - KT 51. Als de operatie van een specifieke aard is, opent de accountant de juiste subrekening en bepaalt hij zelfstandig de naam.