De theorie van vraag en aanbod onthult de belangrijkste kenmerken van een markteconomie. De concepten van vraag en aanbod helpen om de mechanismen van de vorming van marktprijzen en de consumptie van goederen te begrijpen, evenals om de gedragspatronen van kopers en verkopers op de markt te bepalen.
instructies:
Stap 1
Om een curve van vraag en aanbod op te bouwen, is het noodzakelijk om het begrip vraag te definiëren. Vraag is de wens en het vermogen van kopers om een bepaald product of bepaalde dienst te kopen. De vraagcurve stijgt bij een lagere prijs en daalt bij een hogere prijs, dus: hoe lager de prijs, hoe hoger de vraag. Om de vraagcurve op een vel papier weer te geven, wordt een coördinatenas gebouwd. De verticale geeft de prijs aan, de horizontale geeft de hoeveelheid aan.
Stap 2
Een aanbod is het vermogen en de wens van verkopers om een product of dienst op de markt aan te bieden. De aanbodcurve stijgt met een stijging van de prijs van het product, als gevolg hiervan neemt de curve af met een daling van de prijs. Een coördinatenas is uitgezet om de aanbodcurve op een nieuw vel papier weer te geven. De aanduiding van de coördinaatassen is hetzelfde als bij de constructie van de vraagcurve.
Stap 3
Door de vraag- en aanbodcurves over elkaar heen te leggen, kunt u het prijsproces in de markt nader bekijken. Evenwicht treedt op met hetzelfde volume van de vraag naar een product en het aanbod ervan op de markt. De S (aanbod) curve is de aanbod curve, de D1 en D2 (vraag) curves zijn de vraag curves.
Stap 4
Als de prijs aanvankelijk boven het P2-niveau wordt vastgesteld, is in deze situatie het aanbod groter dan de vraag en wordt de laatste op zijn beurt verlaagd. Als de prijs aanvankelijk lager is dan P2, dan is de vraag groter dan de hoeveelheid Q van goederen en diensten die op de markt worden aangeboden.