De balans is een manier om informatie samen te vatten en de activa van een onderneming en de bronnen van hun oprichting op een bepaalde datum in geldwaarde te groeperen. Balansindicatoren karakteriseren de toestand van de onderneming op een bepaald moment.
instructies:
Stap 1
Houd er bij het opstellen van de balans rekening mee dat de gegevens aan het begin van de verslagperiode overeen moeten komen met de gegevens aan het einde van de vorige periode. Alle balansposten moeten worden bevestigd door inventarisgegevens van onroerend goed, passiva en berekeningen. Compensatie van activa en passiva, winst en verlies is niet toegestaan, behalve in de gevallen bepaald in het Boekhoudreglement. Vermeld in het kopgedeelte van de balans de rapportagedatum, de volledige naam van de organisatie, haar TIN, locatie, organisatie- en rechtsvorm, hoofdactiviteit, datum van goedkeuring van de balans.
Stap 2
De balans is verdeeld in vijf secties. Geef in de eerste sectie "Vaste activa" de waarde aan van immateriële activa, vaste activa, aanbouw in uitvoering. Bovendien is er in dezelfde sectie een regel "Winstgevende investeringen in materiële activa". Het geeft het onroerend goed aan dat het bedrijf gaat gebruiken voor huur, lease of verhuur (saldo 03). Vul de regels "Langlopende financiële beleggingen", "Uitgestelde belastingvorderingen" (rekeningsaldo 09), "Overige vaste activa" in. Deze laatste omvatten de vaste activa die niet werden weergegeven in de vorige regels van deze sectie.
Stap 3
Ga vervolgens verder met de vorming van het tweede gedeelte "Vlottende activa". Geef informatie over de voorraden en kosten van de onderneming weer in de regel "Voorraden". Voer de totale bedragen van kortlopende en langlopende vorderingen in op regel 230 en 240. Selecteer tegelijkertijd de vorderingen van kopers in de analytische regels. Vermeld in regel 250 “Financiële investeringen op korte termijn” alle kortlopende leningen en kortlopende financiële investeringen. Vermeld de saldi in de kassa en op zichtrekeningen in de regel "Cash". Vul de regel "Overige vlottende activa" in.
Stap 4
Afdeling III "Kapitaal en reserves" begint met de regel "Aandelenkapitaal". Regel 420 geeft het saldo van rekening 83 "Extra kapitaal" weer. Alleen voor naamloze vennootschappen moet de regel "Reservekapitaal" absoluut worden ingevuld. Ingehouden winsten van voorgaande jaren en de verslagperiode worden weergegeven in de term "Ingehouden winst (ongedekt verlies)".
Stap 5
In de vierde sectie "Langlopende schulden" in regel 510 "Leningen en kredieten" wordt het saldo van rekening 67 "Verrekeningen op langlopende kredieten en leningen" weergegeven. Maak in de regel "Uitgestelde belastingverplichtingen" het saldo van rekening 77 over. Vermeld in de overeenkomstige regel de overige langlopende schulden van de onderneming.
Stap 6
Sectie V "Kortlopende schulden" begint op regel 610 "Leningen en kredieten". Het saldo op rekening 67 "Kortlopende kredieten en leningen" wordt erop overgemaakt. Scheid in de regel "Te betalen rekeningen" in afzonderlijke bedragen het bedrag aan schulden aan leveranciers en aannemers, aan salarissen, aan staats- en niet-budgettaire fondsen, aan belastingen en vergoedingen, aan andere crediteuren. De regel "Schuld aan de oprichters voor de betaling van inkomsten" geeft het bedrag weer van de opgebouwde maar niet uitgekeerde dividenden. " Inkomsten ontvangen door de onderneming in de verslagperiode, maar verwijzen naar toekomstige data, aangeven in de regel "Uitgestelde inkomsten". Maak de opgebouwde reserve op rekening 96 over naar de regel "Reserves voor toekomstige uitgaven". Vul de regel "Overige kortlopende schulden" in.