De meeste betalingen tussen rechtspersonen worden gedaan in niet-contante vorm, dat wil zeggen dat gelden worden afgeschreven van de lopende rekening van de betaler en bijgeschreven op de lopende rekening van de begunstigde. Soms zijn er vervelende gevallen waarbij geld bij een andere ontvanger terechtkomt, en niet bij degene voor wie het eigenlijk bedoeld was. Dit kan gebeuren door verkeerd opgegeven gegevens, een fout van de bankier of om een andere reden.
instructies:
Stap 1
Er is bijvoorbeeld een fout gemaakt in de betalingsopdracht - er werd een andere betaalrekening van de begunstigde aangegeven. Het bestaat echt, behoort toe aan een zeer specifieke rechtspersoon, alleen was uw betaling niet voor hem bedoeld. Dit gebeurt soms wanneer de boekhoudafdeling het erg druk heeft. Hoe bevind je je in een vergelijkbare situatie?
Stap 2
Stuur een officiële brief naar de naam van het hoofd van deze organisatie of de hoofdaccountant. Leg kort de situatie uit en vraag om het foutief overgemaakte bedrag terug te storten op uw betaalrekening. De brief moet worden ondertekend door het hoofd van de uitbetalende organisatie en worden gewaarmerkt door zijn zegel. Het moet vergezeld gaan van een fotokopie van de betalingsopdracht waarmee de bank het geld heeft overgemaakt.
Stap 3
In de meeste gevallen wordt het geld vrij snel teruggestort. Als, om wat voor reden dan ook, het management van het bedrijf, waar ze ten onrechte zijn overgedragen, de terugkeer uitstelt, moet u worden gewaarschuwd dat u naar de rechtbank zult stappen met een claim en ook betaling van rente voor het gebruik van andermans fondsen zult eisen. In de regel wordt het probleem daarna zonder vertraging opgelost.
Stap 4
Ook kan het volgende gebeuren: als gevolg van een fout in de betaalopdracht wordt een betaalrekening aangegeven die helemaal niet bestaat (bijvoorbeeld de volgorde van de nummers is verwisseld). In dat geval dient de hoofd- of hoofdaccountant van de onderneming met een schriftelijk verzoek contact op te nemen met de bank om deze betalingsopdracht in te trekken. Aangezien voor elke banktransactie een bepaald percentage (commissie) in rekening wordt gebracht, zal een interne audit worden uitgevoerd om vast te stellen wiens fout het was. Als blijkt dat een fout in de betalingsopdracht is gemaakt door een rekenplichtige van de uitbetalende organisatie, blijft de commissie bij de bank, en als de bankuitvoerder een fout heeft gemaakt, wordt de commissie teruggegeven aan de betaler.