Het saldo is het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van het bedrijf gedurende een bepaalde periode. Het kan positief of negatief zijn.
De term saldo kan worden bekeken vanuit het oogpunt van boekhouding en buitenlandse handelstransacties.
Saldo in boekhouding
In de boekhouding is het saldo het verschil tussen de bedragen van debet en credit, of tussen de bedragen van ontvangsten op de rekening van het bedrijf en afschrijvingen. Het saldo geeft de staat van de liquide middelen van het bedrijf op een bepaalde datum weer.
Maak onderscheid tussen debet- en creditsaldi. Er is sprake van een debetsaldo wanneer het debet groter is dan het credit. Het wordt weerspiegeld in de activa van de balans.
Het creditsaldo geeft de situatie weer waarin het tegoed groter is dan het debet en wordt weergegeven in de balansverplichtingen. Als er geen saldo op de rekening staat (nulsaldo), wordt deze gesloten genoemd. In de boekhouding kunnen afzonderlijke rekeningen tegelijkertijd twee soorten saldi hebben: debet en credit.
In de praktijk wordt niet de hele historie van de rekening geanalyseerd, maar alleen een aparte periode, bijvoorbeeld de laatste maand of het afgelopen kwartaal. Bij deze analysebenadering worden de volgende parameters onderscheiden:
- beginsaldo - het geeft het rekeningsaldo aan het begin van de rapportageperiode weer (bijvoorbeeld aan het begin van de maand);
- saldo voor de periode - het samenvattende (totale) bedrijfsresultaat voor een bepaalde periode;
- debet- en creditomzet weerspiegelen veranderingen in de tegoeden op de rekening gedurende een bepaalde periode;
- eindsaldo - het rekeningsaldo aan het einde van de periode, berekend als de som van het beginsaldo en de debet-omzet minus het creditsaldo, voor het passieve saldo wordt de debet-omzet in mindering gebracht op de som van het creditsaldo en de omzet.
Betalingsbalans
In buitenlandse handelsbetrekkingen wordt de balans geanalyseerd in termen van het verschil tussen de hoeveelheden export en import voor een bepaalde periode, vaak een jaar. Tegelijkertijd wordt onderscheid gemaakt tussen de handelsbalans en de betalingsbalans.
Handelsbalans is het verschil tussen export- en importomzet. Het kan zowel positief als negatief zijn. De buitenlandse handelsbalans kan worden berekend per regio, per land of per goederengroep.
Een handelsoverschot treedt op wanneer de export groter is dan de import en geeft aan dat een land meer in het buitenland verkoopt dan het koopt. Dit suggereert ook dat het land niet het volledige volume van de geproduceerde producten consumeert, evenals een toegenomen vraag naar zijn goederen op de internationale markt. De afgelopen jaren was er een positieve handelsbalans in Rusland, grotendeels als gevolg van de export van energiebronnen en metalen naar buitenlandse markten.
Een negatief saldo duidt op een overschot aan invoer ten opzichte van uitvoer. Er wordt aangenomen dat het negatieve saldo een slechte trend is en een signaal aan de staat dat de markt afhankelijk is van geïmporteerde goederen. Het getuigt ook van de schending van de belangen van binnenlandse producenten en het lage exportconcurrentievermogen van gefabriceerde goederen. Het IMF wijst op het nut voor de economische ontwikkeling van een positieve handelsbalans. Een negatieve handelsbalans leidt in deze landen vaak tot waardevermindering (devaluatie) van geld.
Maar een negatieve handelsbalans is niet altijd een negatief fenomeen voor de economie. Zo kun je in het VK en de VS (landen met een negatief saldo) bijvoorbeeld inflatoire processen aan banden leggen en arbeidsintensieve industrieën overhevelen naar landen met goedkope arbeidskrachten.
De handelsbalans is de basis van de betalingsbalans. Dat laatste is het verschil tussen buitenlandse ontvangsten en betalingen in het buitenland. Een positieve betalingsbalans wordt waargenomen wanneer de externe ontvangsten groter zijn dan de uitgaande betalingen. Een negatief saldo duidt op een overschot aan betalingen van het land ten opzichte van ontvangsten aan het land.
Een negatief saldo leidt tot een afname van de deviezenreserve van het land, dus veel landen streven naar een positief saldo.