Belastingpersoneel bepaalt de gebruiksduur van een vast activum in overeenstemming met de classificatie van vaste activa die in de belastingwetgeving bestaat. In de boekhouding wordt deze berekening bepaald rekening houdend met tal van criteria.
instructies:
Stap 1
Stel bij het berekenen van de gebruiksduur van een vast activum deze periode in, rekening houdend met het aantal jaren dat de vaste activa door de vorige eigenaar in gebruik waren. Bereken met een lineaire methode voor het berekenen van afschrijvingspercentages voor vaste activa. Verminder het afschrijvingspercentage met het vereiste aantal jaren.
Stap 2
Analyseer het resulterende getal dat overeenkomt met het afschrijvingspercentage: is dit niet de limiet? Afhankelijk van het afschrijvingspercentage van vaste activa verkregen in de berekeningen, kan er een vraag zijn over hun gebruiksduur.
Stap 3
Bereken de gebruiksduur van de benodigde activa, rekening houdend met de totale en resterende gebruiksduur.
Stap 4
Onderzoek de documenten die als basis kunnen dienen voor het berekenen van de werkelijke tijd of levensduur, of levensduur van vaste activa.
Stap 5
Bepaal de gebruiksduur volgens de geschiktheid in de boekhouding. Bereken hiervoor het economische voordeel van het gebruik van de in de rapportage vereiste objecten volgens de volgende criteria: in overeenstemming met de productiecapaciteit, met de verwachte slijtagesnelheid en tal van beperkingen uit de regelgevende en wettelijke wetgeving. Bedenk dat slijtage van vaste activa niet alleen mogelijk is vanwege de gevestigde bedrijfsmodi, maar ook vanwege geplande reparaties en de impact daarop van omgevingsfactoren.
Stap 6
Maak een stapsgewijze analyse van alle namen van vaste activa en vergelijk ze met de indicatoren van de classifier.
Stap 7
Maak een samenvattende tabel, waarin de geplande indicatoren van de levensduur van vaste activa worden aangegeven volgens de classificatie en de berekende termen, evenals afwijkingen en fouten van de norm, berekend bij de analyse van vaste activa.